Regels voor het buitenrijden
1 U bent gast: volg de aanwijzingen van de gastheer op.
2 Maak gebruik van de voor u bestemde wegen.
3 Fiets- of voetpaden zijn er alleen voor fietsers of wandelaars, tenzij de route er langs gaat.
4 Jonge aanplant moet bos worden; rijd er niet doorheen.
5 Laat uw paard niet grazen en ook niet knabbelen aan struik of boom.
6 Houd altijd zoveel mogelijk rekening met andere recreanten.
7 Moet u wandelaars passeren, doe dat dan stapvoets.
8 Ook ruiters en aanspanningen passeert u in stap.
9 Een goede ruiter rookt niet: brandgevaar!
10 Wees er voortdurend op alert dat een paard een eigen reactie heeft.
Tips
• Rijd geconcentreerd, let op signalen van uw paard en van ander verkeer, luister geen muziek, bel niet, rook niet, draag passende ruiterkleding.• Ruiters en menners moeten zich altijd aan de verkeersregels houden, op de openbare weg zijn ruiters en menners bestuurders.
• Maak uw paard geleidelijk aan vertrouwd met ongewone situaties in uw eigen omgeving.
• Rijd in de berm van de weg, behalve als daar een verbod geldt.
• Geef altijd richting aan door uw hand uit te steken.
• Steek met een groep zoveel mogelijk in linie een weg over, dus allen tegelijk naast elkaar.
• Draag verlichting en reflecterend materiaal in het donker of bij onvoldoende zicht.
• Vraag bestuurders van grote voertuigen langzamer te rijden door uw arm langzaam op en neer te bewegen, let op signalen van uw paard en van ander verkeer.
• Onderschat nooit de kracht, het gewicht en de karaktereigenschappen van paard of pony.
• Draag een veiligheidshelm. Uw hoofd is immers zeer kwetsbaar.
Bron: Stichting Rijvaardigheidsbewijzen Recreatieruiter.